CP 42 Smart-Float beschikbaar op 4 x 90 cm
De sectorbrede hang naar poten en aanaarden in een werkgang was nog nooit zo groot. Dewulf speelt sinds enkele jaren in op deze vraag met het Smart-Float-principe. De techniek werd voor het eerst op de CP 42-bekerpootmachine (75 cm) toegepast en is intussen ook voor de snarenbedplanter Structural 4000 beschikbaar. Met behulp van Smart-Float houdt de pootmachine actief en continue een constante werkdiepte van de grondbewerking en het poten aan. Door deze manier van werken kunnen telers tijd, brandstof en manuren besparen. De CP 42 Smart-Float is vanaf heden beschikbaar op 4 x 90 cm.
Isobus of HMI
In de jongste generatie Smart-Float-machines is het mogelijk om de frees- en pootdiepte onafhankelijk van elkaar te verstellen vanuit de cabine op zowel het HMI- als het Isobus-bediendisplay. In combinatie met een gps-aangestuurd Isobus-display kunnen opties zoals Section Control en Variable Rate Control ingezet worden in functie van de specifieke noden ter plaatse. Die beide functies kennen we al langer in combinatie met het HMI-bediendisplay onder de namen HMI GPS Planting Comfort of Control.
Teeltbedvoorbereiding staat voorop
De drijvende kracht voor de grondbewerking van de CP 42 Smart-Float is de SC 360 Compact-frees. Diens 650 mm grote rotordiameter maakt het mogelijk om diep te frezen voor een betere teeltbedvoorbereiding, maar toch een machine met beperkte afmetingen te behouden. Dankzij het kenmerkende ontwerp maakt de SC-reeks altijd voldoende grond los, waardoor de pootmachine probleemloos een goede rug kan vormen. De freeshaken zijn daarnaast optioneel voorzien van Widia-slijtdelen die garant staan voor een lange levensduur. De geulentrekkerbalk is bij deze CP 42 Smart-Float bovendien met hydraulische cilinders bevestigd aan de pootmachine zelf. Dat zorgt voor een nog preciezere diepteregeling. Bij het poten stellen sensoren de frees steeds in staat om de gewenste hoeveelheid losse grond en de grootte van de verkruimeling te bewerkstelligen. Op die manier kunnen ook de geulentrekkers een constante pootdiepte aanhouden volgens de contouren van het veld.
Bron: Dewulf