Snijmais teelt : Boeren voor drinkwater

Aan het project Boeren voor Drinkwater nemen boeren deel uit de intrekgebieden van de drinkwaterwinningen Archemerberg, Wierden, Hoge Hexel, Espelose Broek en Herikerberg-Goor. Doel van het project is het verminderen van de belasting van het grondwater en het verbeteren van het bedrijfsresultaat door het verminderen van verliezen van stikstof en fosfaat.
Het project is een initiatief van ingenieursbureau Royal HaskoningDHV, de Wageningen Universiteit (WUR), accountantsorganisatie Countus en Stimuland. Opdrachtgevers zijn de provincie Overijssel en waterbedrijf Vitens.
Onderwerpen
Op zand- of lössgrond is het verplicht om na de teelt van maïs een vanggewas te telen. Het zaaien van een vanggewas is bedoeld om de uitspoeling van stikstof in het najaar en de winter te voorkomen.In dezelfde werkgang werd ook het onkruid geschoffeld, waardoor meteen op bestrijdingsmiddelen kan worden bespaard.De demonstratie vond plaats op hetzelfde perceel als waar eind april een demonstratie met verschillende giften rijenbemesting werd gegeven. De effecten daarvan worden al zichtbaar in de gewasontwikkeling.De demonstratie werd verzorgd door Loonbedrijf Tuller uit Bathmen.
Er werd gedemonstreerd hoe en wanneer je gras het beste kunt doorzaaien: als de maïs op kniehoogte is, en net voordat de rijen zich sluiten.
Massaler vanggewas
In de praktijk wordt inmiddels meer en meer geëxperimenteerd met de toepassing van vanggewassen. Door het gras al tijdens het groeiseizoen onder de maïs te zaaien, ontstaat er een massaler vanggewas wat de stikstofuitspoeling nog verder beperkt en een bijdrage levert aan een hogere bodemvruchtbaarheid.
Bemesting
Het verminderen van de belasting van grondwater vraagt om een efficiënt gebruik van meststoffen en een verhoging van de nutriëntenbenutting. Eén van de mogelijkheden daartoe is een betere plaatsing van de meststoffen via rijenbemesting. In het verleden is al veel onderzoek gedaan naar rijenbemesting met stikstof en fosfaat. De resultaten daarvan waren positief. Stikstof wordt veel beter benut door het maïsgewas. Hierdoor volstaat een lagere drijfmestgift in de maïs. De drijfmest die uitgespaard wordt in de maïs komt uitstekend tot zijn recht in grasland waar de stikstofbehoefte hoog is. In een droog en koud voorjaar is bovendien een groot voordeel van plaatsing te verwachten doordat de fosfaat beter bereikbaar is voor de jonge maïsplant. Rijenbemesting van kunstmest wordt in maïs al op grote schaal toegepast. De ontwikkeling van rijenbemesting met dierlijke mest is in opkomst, mede gelet op het niet meer mogen gebruiken van fosfaatkunstmest. Uit onderzoek blijkt rijenbemesting met drijfmest in maïs net zo effectief te zijn als rijenbemesting met kunstmest. Aanvankelijk werd de rijenbemesting tegelijk met het zaaien uitgevoerd (in één werkgang), maar met ondersteuning van RTK-GPS is het nu mogelijk om dat in twee aparte werkgangen te doen, wat praktisch beter uitvoerbaar is. De mest wordt daarbij gedoseerd in rijen op die plaats waar later wordt gezaaid of gepoot. Op deze wijze kan drijfmest optimaal worden benut en hoeft niet te worden vervangen door kunstmest als men rijenbemesting wil toepassen.
De demonstratie werd gegeven door Loonbedrijf Roelofs uit Lemelerveld.BRON http://www.stimuland.nl/
Meer info: http://www.stimuland.nl/
Bronnen: Trekkerweb, Tractortube