Vanggewassen en/ of gras onderzaaien in de maïs

Dit seizoen is het verplicht bij snijmaïsteelt op zand- en lössgrond om voor 1 oktober een vanggewas te zaaien. Voor korrelmaïs en CCM is deze datum 1 november. Het vanggewas dient er voor om te voorkomen dat mineralen uitspoelen naar het grondwater. Het grootste deel van deze mineralen komt beschikbaar voor de teelt van een gewas in het volgende jaar. Daarom is een goed vanggewas een welkome aanvulling op de krappe bemestingsnormen.Bovendien is een vanggewas goed voor de organische stofbalans. Een goed ontwikkeld vanggewas zorgt ook voor een betere draagkracht tijdens de oogst, zeer belangrijk bij natte
omstandigheden. Om het vanggewas goed zijn werk te laten doen, mag het niet voor 1 februari worden vernietigd.
Er zijn drie mogelijkheden om een vanggewas te zaaien. In de eerste plaats kan het tegelijk met de maïs gezaaid worden. Dit kan met een eenvoudige zaaimachine op de maïszaaier. Het kan ook met een eenvoudige zaaimachine op een grondbewerkingsapparaat na de oogst van de maïs, maar dan moet je wel zeker weten dat je voor 1 oktober of 1 november gaat oogsten.De derde mogelijkheid is onderzaai. Dit kan het best als de maïs in het vier- tot zesbladstadium is, dus voordat de maïs ongeveer kniehoog is.Welke groenbemester geschikt is, hangt af van het moment van zaaien. Voor gelijktijdig zaaien blijkt rietzwenk heel geschikt. Voor onderzaai komt een raaigras eerder in aanmerking. Voor het zaaien na de oogst kunnen meer groenbemesters worden gebruikt. Praktisch gezien en uit het oogpunt van resultaat is onderzaai het geschiktst. Daar heb je wel speciale machines voor nodig, om het maïsgewas te ontzien.
Bron: Trekkerweb