Nieuwe mestanalysetechniek Veenhuis in 2017 praktijkrijp

De nieuwe mestanalysetechniek NIRS (Nabij Infrarood Spectografie) zal op zn vroegst in 2017 kunnen worden ingevoerd. Oorzaken daarvan zijn onder meer dat het systeem wettelijk gezien nog niet geregeld is, terwijl de resultaten nog moeten worden gecontroleerd.
Directeur Walter Veenhuis van Veenhuis Machines in Raalte zei dat op een groot symposium over bodem en technische innovaties in het kader van het Sallands Oogstfeest Stöppelhaene in Raalte (OV). NIRS moet de huidige handmatige monstername en analyses in het laboratorium van mesttransporten gaan vervangen.

Infraroodtechniek

De infraroodtechniek is in Duitsland ontwikkeld. Veenhuis, samen met B&N Proscan uit Hoeven (N.-Br) wil die gaan gebruiken voor een nieuwe toepassing bij het mesttransport. Het NIRS-systeem moet zorgen voor een veel nauwkeuriger en directe mestanalyse van de gehaltes droge stof, stikstof, fosfaat en kalium in de mest. Nu moeten nog duizenden monsters genomen worden om in laboratoria onderzocht te worden op de gehaltes.

Het nieuwe systeem, zeker als dat in combinatie gaat met centraal te volgen GPS-locaties van de mesttransporten, moet de fraude in de mestwereld sterk verminderen. Bovendien kan mest efficiënter op de juiste plek gebruikt worden omdat de precieze gehaltes bekend zijn. Vooral voor de akkerbouw is dat interessant. De verwachting is dat het huidige mestoverschot dan 10 tot 15 procent lager zal zijn dan nu op basis van berekeningen geschat is.

Veenhuis Machines is al drie jaar met de ontwikkeling bezig waarbij onder meer de uitslagen van het NIRS-systeem vergeleken worden met die van het laboratorium. Dat gebeurt onder meer bij een proef met evenwichtsbemesting op landbouwgronden nabij natuurgebied het Boetelerveld vlakbij Raalte. Veenhuis kreeg dit voorjaar nog een stimuleringssubsidie van 180.000 euro van de provincie Overijssel maar investeert zelf een veelvoud van dit bedrag.